J te Scheveningen. Wethouders de Wet- de Burgemeester voor de Gemeentearmenschool in de Nieuwe Schoolstraat en de school voor minvermogenden te Sclieveningen de Wethouder E. B. Baron Wittebt van Hoogland voor de school van minvermogenden in de Jufvrouw-Idastraat de Wethouder Mr. H. Baron Collot d’Escury voor de Ge- meentearmenscholen in de Lepelstraat en op de Ammunitiehaven de Wethouder Mr. H. F. Baron van Zuylen van Nijevelt voor de Gemeentearmenscholen aan den Zwartenweg en in de Lombardstraaten de Wethouder Jhr. Mr. H. G. C. L. Janssens voor de Ge meentearmenscholen op het Kortenbosch en Later is bij besluit van Burgemeester en houder E. B. Baron Wittebt van Hoogland belast met dit toezigt over de burgerschool tegen matig schoolgeld. Daar de Gemeentescholen in de laatste jaren zeer zijn vermeer derd achtte de Plaatselijke Schoolcommissie haar ledental niet meer voldoende, en deed zij mitsdien aan Burgemeester en Wet houders het voorsteldit getal met twee te vermeerderen. Nadat op voorstel van Burgemeester en Wethouders dienover eenkomstig de Verordening voor de Plaatselijke Schoolcommissie gewijzigd waszijn door den Gemeenteraad nog tot leden dier Commissie benoemd de heeren Dr. L. R. Beunen en Mr. J. J. Beaujon, de laatste in de plaats van Jhr. Mr. W. T. Gevers Dbijnoot die voor de op hem uitgebragte benoeming had be dankt. De heeren Dr. L. R. Beunen en Mr. J. J. Beaujon hebben, nadat zij den eed als zoodanig hadden afgelegd, zitting genomen als leden der Plaatselijke Schoolcommissie. Door de Plaatselijke Schoolcommissie zijn in 1861 gehouden 12 vergaderingenwaarbij de schoolopziener in dit district in den regel is tegenwoordig geweest. Na het afbreken van het vroeger lokaal, heeft zij die vergaderingen gehouden in het gebouw op het Kerkplein, n°. 4, van waar zij die op het einde van 1861 heeft overgebragt in het nieuwe lokaal op de Groenmarkt, haar daartoe door Burgemeester en Wethouders aangewezen. Tot bevordering van het schoolbezoek en een rigtig toezigt op het openbaar onderwijs, bestond eene verdeeling der Gemeente in vijf schoolwijkenover ieder waarvan eene Subcommissie was aan gesteld. Die wijkverdeeling was geheel verschillend van die voor de scholen. Daar nu, volgens art. 15 van het huishoudelijk reglement der

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1861 | | pagina 188