De Commissie voornoemd, ’s Gravenhage den 26st.cn Maart 1862. F. M. VAN DER D V IJ N Voorzitter. A. van der Kemp, Secretaris. worde voorzien. Niet alleen zou daardoor veel koude en togt worden weggenomenwaartegen ook de niet goed sluitende ramen en deuren weinig beschutten, maar bovenal de vloer en toestellen tegen de schadelijke gevolgen van onophoudelijke lekkaadjes be veiligd wezen. Wij meenen dit punt bijzonder aan UEd. Achtb. overweging te moeten onderwerpen. Het terreinachter het gebouw gelegenzou in den zomer ook tot verschillende oefeningen kunnen dienen bijv, tot springoefe ningen en balspelen. De menigte steenen en schelpen zouden echter eerst zooveel mogelijk moeten worden weggeruimdterwijl dan voor de springoefeningen een zoogenaamde drooge sloot ge graven en voor de balspelen eene heining aan de Z.W.zijde zou moeten opgetrokken worden. Dergelijke oefeningen in de open lucht zouden voor de leerlingen niet alleen eene hoogst nuttige maar tevens, naar het ons toeschijnt, eene zeer aangename uit spanning zijn. Onder toezending van dit kort verslag, blijven wij de inrigting aan de belangstelling van UEd. Achtb. ten zeerste aanbevelen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1861 | | pagina 203