ft
het Burgerlijk Armbestuur be
zoodat op den Sisten December 1861 werden verzorgd 4 man
nen, 14 vrouwen en 77 kinderen, te zamen 95 personen.
De verzorgingskosten van de 104 alhier armlastige personen
bedroegen gezamenlijk eene som van8,143,981
en van 4 elders armlastigen- 175.00
Voorts waren, op de met de Maatschappij van Weldadigheid
gesloten contractenin de kolonie Frederiksoord gevestigd 5 huis
gezinnen, uitmakende 35 personen en als bestedelingen verpleegd
op 1°. Januarij 1861 14 personen;
waarvan 2 ontslagen
1 gedeserteerd en
1 overleden
waartegen 6 personen werden opgenomenzoodat op den 31sten
December 1861, behalve de bedoelde 5 huisgezinnen, voor reke
ning van het Burgerlijk Armbestuur, in de koloniën der Maat
schappij van Weldadigheid werden verpleegd 16 personen.
De kosten dezer verzorging bedroegen over 1861 eene som
van f 885.63.
De gezamenlijke uitgaven van
droegen in 1861:
voor 's Gravenhagef 73,380.43j
n Scheveningen- 15,902.115
Daarvan is voor elders armlastigen besteed eene som van ƒ5055.56
Waarvan tot dusverre eene som van- 3628.38
reeds was terug ontvangen, en voor elders wonende voor rekening
dezer Gemeente bedeeld, verzorgd of in gasthuizen verpleegd ge
weest zijnde personen, met inbegrip van 345.10 over vorige
dienstjaren, 11,520.92.
Het Burgerlijk Armbestuur, zich voor ditmaal tot bovenstaande
opgaven bepalende, meent ten slotte alleen de verzekering hierbij
te mogen voegen, dat het zich tot taak gesteld heeft, zoo veel
mogelijk met naauwgezetheid het bestaan van onvermijdelijke be
hoeften bij de aanvragen om onderstand na te gaan. Het heeft
reeds aanvankelijk in het najaar, bij het aanmelden dergenen, die
gewoonlijk in den winter een tijdelijken onderstand genietenge
tracht daaraan niet dan in werkelijk bestaanden nood te voldoen,
maar de uitkomsten van het meer strenge toezigt op de aanvragen
en na het verleenen van onderstand op het gedrag en het blijvend