35
het
52,157-891
de dienst van 1861 na den
hebben gesprokenniet
48,938.40|
f 1,149,717.52*
- 1,097,559.63
Met dit saldo zal evenwel
maatregel, waarvan wij zoo even
wij, in de zekerheid dat de ontvangsten de gewone uitga
ven verre zouden overtreffen, de aanwijzing der middelen
ter bestrijding niet voorgedragen, met de bedoeling om die
buitengewone uitgaven te dekken door hetgeen meer dan de
raming ontvangen of minder dan de raming uitgegeven is.
Wij achten deze wijze van bestrijding der buitengewone
uitgaven verre verkieslijk boven den geregelden verkoop van
kapitaal, tegenover de telkens goedgekeurde uitgaven, omdat
het bijna zeker is, dat in dat geval dikwijls verkocht zoude
worden zonder noodzakelijkheid en derhalve eene doellooze
vermindering van renten zou worden te weeg gebragt.
Wij laten hier het gewone algemeene overzigt van
geldelijk beheer der Gemeente volgen
De geraamde ontvang voor 1861 bedroeg f 1,146,965.54
De wezenlijke ontvang tot den Isten
April 1861 was- 1,149,717.52*
(Waaronder begrepen is het batig saldo
der rekening van 1861ten bedrage van
87,904.58.)
Derhalve werd meer ontvangen dan ge
raamd was2,751.98|
De uitgaaf bedroeg in raming f 1,146,498.23
en de wezenlijke uitgaaf tot den Isten
April 1862 beliep- 1,097,559.83
Zoodat de raming nog beneden de wezen
lijkheid bleeff
Wezenlijke ontvang
zz uitgaaf
Batig slot