37 afstappen, zonder Uwe aandacht te hebben gevestigd op het hoogst belangrijk Verslag, uitgebragt door de Commissie uit Uw midden, belast met na te gaan in hoedanige verhouding sinds een aantal jaren zijn gestegen de bevolking, de in komsten en de uitgaven der Gemeente en naar aanleiding daarvan een beredeneerd Verslag uit te brengenzoo om trent het hoogste cijfer dat, zonder bezorgdheid voor de toekomst der geldmiddelen van de Gemeente in te boezemen, door U in de tien eerstvolgende jaren aan buitengewone werken zal kunnen worden besteedals omtrent de beste middelen om die som te vinden. De Commissie, welke in de zitting van den 26sten Februari) 1861 benoemd werd, bestond uit de Heeren P. J. van der Burgh, Dr. A. Vroi.ik, Jhr. Mr. H. J. van der Heim, Mr. D. Polak Daniels en Jhr. Mr. H. G. C. L. Janssens. Zij heeft tot grondslag harer beschouwingen en berekeningen genomen het achtjarig tijdvak van 1853 tot 1860 en ten aanzien van dat tijdvak naauwkeurig nagegaan, in welke verhouding de bevolking, de inkomsten en de uitgaven der Gemeente zijn gestegen, terwijl zij daarna, dat tijdvak in twee ongelijk soortige vierjarige tijdperken verdeelende, door cijfers aan toont dat gedurende de eerste 4 jaren de ontvangsten naau- welijks toereikende waren om de gewone uitgaven te dekken, doch dat daarentegen in het tweede tijdperkde gewone ontvangsten zoo aanzienlijk de gewone uitgaven hebben overtroffen, dat daardoor vele buitengewone uitgaven konden gedekt worden, uit welk resultaat de Commissie tot de slotsom komt, dat, wanneer men geene belastingen afschaft, in de eerstvolgende tien jaren minstens f 80,000 aan bui tengewone werken kunnen besteed worden, zonder bezorgd heid voor de financiën der Gemeente in te boezemen. De Commissie heeft dan ookals het gevoelen der meer derheid uit haar middenop de baar gestelde vragen ge antwoord

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1861 | | pagina 43