43 voor van het contract van wege de Gemeente 3’. Schoolgebouwen. In ons vorig Verslag gaven wij op met welke werken wij ons toen onledig hielden ten einde volledige uitvoering te geven aan het Raadsbesluit van den 5den Januarij 1859. De taak, ten dien opzigte in 1860 begonnen, werd door ons in 1861 voortgezet, zoodat wij thans berigten kunnen, dat het schoolgebouw in de Lepelstraat geheel afgewerkt enna behoorlijk van schoolmeubelen te zijn voorzienin de maand Mei van het afgeloopen jaar in gebruik gesteld is. Ook het locaal der school voor minvermogenden, waaraan een belang rijke aanbouw moest plaats hebben, werd in 1861 voltooid, kamer, die daardoor meer voldoen kan aan de behoefte, en eindelijk op de aan het badhuis verrigte werken, waarvan alleen behoeft te worden opgenoemd het voorzien van al de ramen aan zee van zonneblinden. Men ziet, dat, als het cijfer van dezen post aan onderhoud, waarvoor wij ƒ33,500 mogen stellen, hoog is, men erkennen moet dat tegenover deze uitgaven ook verbeteringen zijn aangebragt en althans dat de waarde onzer eigendommen eerder toe- dan afgeno men is. 2°. Kazernegelouwen. Over deze gebouwen behoeven wij in geene bijzonderheden te treden, omdat na de overneming der kazernen bij het rijk het onderhoud daarvan niet meer voor rekening der Gemeente is; maar, aangezien art. 8 overneming bepaalt, dat er jaarlijks van een onderzoek naar den staat dezer gebouwen zal plaats hebben, achten wij ons verpligt hier medetedeelen dat het voorgeschreven onderzoek heeft plaats gehad op den 14den December 1861 en dat daarbij gebleken is, dat de toestand der kazernegebouwen zeer voldoende kan genoemd worden en dat voor het onderhoud de meeste zorg wordt gedragen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1861 | | pagina 49