57 de Mauritskade; aan de zijde der Ten slotte van dit Hoofdstuk mogen wij niet nalaten optemerken, dat het afgeloopen jaar voor onze eigendommen en werken over het algemeen gelukkig is geweest, daar wij, behalve het verlies van den korenmolen te Scheveningen die op den 15den Januarij 1861 door brand werd vernield, geene schade aan de Gemeentebezittingen hebben onder vonden. Wij voegen bij die opmerking gaarne onzen dank aan allen, die tot deze goede uitkomst door hunne zorgen en door hun toezigt hebben bijgedragen. Naar aanleiding van het in de maand Junij plaats gehad hebbende instorten van een pakhuis, waarover in het Xlde Hoofdstuk zal worden gesprokenen van de daaruit voort gevloeide aangiften van bouwvallige panden, achten wij ons gedrongen hier gewag te maken van de goede diensten, door de Commissie van Toezigt op het bouwen voortdurend aan de Gemeente bewezen. In het afgeloopen jaar werden door haar 703 zaken onderzocht of onder haar toezigt behandeld, boven en behalve de gevallen waarin zij ter naleving van art. 56 der algemeene Politieverordening door ons werd ge raadpleegd, terwijl zij bovendien ons immer met welwillend heid ter zijde stondwanneer wij hare medewerking hebben ingeroepen. De omvang harer werkzaamheden kan eenigzins worden nagegaanwanneer men de politiebepalingen op het bouwen in aanmerking neemt en daarbij let op de menigte nieuwe huizen, welke in het afgeloopen jaar alhier werden gebouwd. De onderstaande lijst van jiieuwe gebouwen kan in dit Verslag niet onbelangrijk worden geacht eenige huizen in de Nieuwe Schoolstraat Kazernestraat zes huizen van den Heer Smits in diezelfde straat bij de Mauritskade drie huizen aan een huis in de Kanaalstraat;

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1861 | | pagina 63