G3
OVERZIGT VAN DEN TOESTAND DER ZOOGENAAMDE GAST- EN
ZIEKENHUIZEN EN KRANKZINNIGEN-GESTICHTEN.
ons verzekerd, dat met die gedachte
zoo velen, als aan ’s mans kunde en
herstelling te danken hebben. Met
groote bekwaamheid vervulde hij steeds
de Gemeente verloor in hem een waardig en
ons
Bij Uw besluit van den 22sten Januarij 1861 werd aan
den Heer Dr. F. J. van Maanen op zijn verzoek, een
eervol ontslag verleend uit de betrekking van Voorzitter
der Plaatselijke Commissie van geneeskundig toevoorzigt, in
welke Commissie hij meer dan vier en vijftig jaren zitting
had. Wij vermelden dit ontslag met dankbare erkenning
van de belangrijke dienstenwelke de Heer van Maanen
ook in deze betrekking aan de Gemeente heeft bewezen.
is
aan de administratie van
Burgergasthuis, zoowel als
kunstoefenaren en aan de
doende personeel.
Omtrent den toestand van het Burgergasthuis werd door
ons in de Raadsvergadering van den Sisten December 1861
overeenkomstig art. 179 der Gemeentewet rapport uitgebragt.
Naar dat rapport verwijzende, voegen wij hier ten over
vloede bijdat de verpleging der zieken in de beide afdee-
lingen, voor zoo verre de localiteit dit toelaat, zeer voldoende
en dat ten dien opzigte eene regtmatige hulde toekomt
de administratie van Regenten en Regentessen van het
aan den ijver van de Genees-
zorgen van het verdere dienst-
Ook hier kunnen wij niet nalaten wijlen
den Gemeenteheelmeester J. G. Vorstman dankbaar te ge
denken en wij houden
wordt ingestemd door
ervaring genezing en
onverdroten ijver en
zijn pligt en de Gemeente verloor in hem een waardig
uitmuntend ambtenaar, wiens nagedachtenis verdient bij
in eere te worden gehouden.
In zijne plaats werd door ons d» Gemeenteheelmeester
P. J. Ligtenberg als heelmeester bij het Burgergasthuis
aangesteld.