77 Toezigt voor- Van dit getal de overigen 16 1860, en zeker een konden 31 leerlingen het in den loop Dat verslag, als Bijlage lett. N hier een volledig berigt over alles wat en doet zien dat zij aan de verwach- daardoor in de behoefte voorziet. Naar het einde van gemeld verslag naauwkeurig onderzoek worden hetgeen ter verbetering der gymnastiekschool zonder de medewerking van die scholen, voor het grootste gedeelte ten dien aanzien verwaarloosd zouden zijn geworden. Behielden wij ons in het vorig Verslag voor, om dit jaar meer bepaaldelijk over de gymnastiekschool en het aldaar gegeven onderwijs verslag te doenmeenen wij het best aan die belofte te beantwoorden door de aanbieding van het verslag, hetwelk de Commissie van Toezigt over die school ons heeft toegezonden, achter gevoegdbevat deze inrigting betreft, ting beantwoordt en aanleiding van de wenken, aan gegevenzal door ons een ingesteld naar nog doelmatig kan zijn. Ten aanzien der zwemschool vangen wij weder aan met de overneming der klagt van den Officier, belast met de directie der zwemschool, dat de localiteit onvoldoende voor de behoefte en dat zij te ver van de stad verwijderd is. Wij beamen de gegrondheid dier klagt volgaarne, doch waren niet in de gelegenheid om daaraan te gemoet te komende plaatsing der zwemschool is ongeschikt en in afwachting dat eene andere localiteit kan worden ingerigt, zoude het toch onverantwoordelijk zijn aan de bestaande vele onkosten voor verbetering of vergrooting aantewenden. Inmiddels is ook deze inrigting ten gebruike en in onder houd bij het Rijk overgegaan, doch slechts voor den tijd van een jaar, na welken tijd te zien is wat verder gedaan kan worden. De zwemschool werd in den zomer van 1861 bezocht door 68 leerlingen, hetwelk weder minder is dan in op welk getal het verwijderde van de stad nadeeligen invloed uitoefent, zeer goed zwemmen, terwijl van van den zomer zóó ver hebben

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1861 | | pagina 83