so U it het en en te zamen .72 Ofschoon dit getal eenigzins minder is dan het geval was in 1860, kunnen wij evenwel verklaren dat dit gezel schap in zijne werkzaamheden vooruitgaat, geregeld in de daarvoor door ons beschikbaar gestelde localen zijne verga deringen gehouden heeft en altijd met vrucht bijeen is, zoowel wanneer elke afdeeling afzonderlijk werkt als bij die gelegenheden, dat de twee afdeelingen te zamen werkzaam zijn. De belangstelling, door den Heer Schoolopziener in de werkzaamheden van dit gezelschap betoond wordende en blijkbaar in de geregelde bijwoning der vergaderingen, draagt naar onze meening veel bij tot de verkregen gunstige uitkomsten. ons door den Heer Schoolopziener in het eerste district van Zuid-Holland toegezonden berigt blijkt, dat alhier steeds twee schoolonderwijzersgezelschappen bestaan, maar dat het eerste in het afgeloopen jaar weder geene vergade ringen heeft gehouden. Van het tweedehetwelk zoo als men weet, voor de werkzaamheden is gesplitst in twee afdeelingen, de eerste afdeeling bevattende de hoofdonderwijzers en de tweede de hulponderwijzers, bedroeg het ledental: in de eerste afdeeling 42 leden n n tweede 30 voldaan en tot de volvoering van dien maatregel, stelt het jaarlijksche Rijkssubsidie het Bestuur in staat. In 1861 werd voor de som van f 500, welke door de Gemeente aan de idioteninrigting jaarlijks werd toegekend, de verpleging voortgezet van de kinderen W. G. van Bred- gei. en A. Maas; ten aanzien van den toestand dier kinde ren verneemt mendat zij langzamerhand vooruitgaan en met goed gevolg het onderwijs volgen. C. SCHOOI.ONDERWIJZERSGEZE1. SCHAP.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1861 | | pagina 86