3 waren en 109 112 149 200 ISO 95 /7 ff V n n De staat, als Bijlage A hierachter gevoegd, bevat den maandelijkschen loop der bevolking, zonder evenwel het resultaat der bevolking optenemenomdat de uitslag der telling van den Sisten December 1859, op het oogenblik dat deze officiële staat werd opgemaakt, nog niet bekend was. Als Bijlage B is hierbij gevoegd de staat der sterfte in de Gemeente naar den burgerlijken staat en den ouderdom waaruit blijkt, dat van getal na de 1904 overledenen (zijnde het aftrek der levenloos aangegevenen) 958 of de helft beneden de 20 jaren; 87 van 20 tot 30 jaren 30 40 40 50 60 70 80 90 van opgemaakt uit de 50 60 70 80 14 boven de 90 jaren. De staten omtrent de sterftedoor de Commissie Plaatselijk Geneeskundig Toevoorzigt haar van de Plaatselijke Secretarie (3/7e Afd) verstrekte opgaven der Geneeskundigen, volgen als Bijlagen C. en D. Het garnizoen bestond op den Bisten December 1861 uit 2338 personen, allen behoorende tot de landmagt. De bevolking van het huis van burgerlijke en militaire verzekering bestond op dat tijdstip uit: 140 mannen, 19 vrouwen, totaal 159. In het geneeskundig gesticht voor krankzinnigen bedroeg het getal verpleegden 116, en wel 46 mannen en 70 vrouwen. De opgave der bestedelingen en bedelaars in de Koloniën van Weldadigheid, volgens het voorschrift des Verslags hier van ons gevraagdkomt na de volkstelling van 1859 niet meer te pas, omdat daarbij de plaats van verblijf als het domicilie voor de inschrijving is aangenomen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1861 | | pagina 9