103
Armbestuur te Scheveningen een batig slot zal opleveren,
waarvan het juiste bedrag thans nog niet kan worden
opgegevende rekeningen der beide andere genoemde
Armbesturen aanwijzen, dat hunne uitgaven in 1862 de
inkomsten hebben overtroffen met eene som van ƒ1801.82^.
Ten einde de subsidiënin 1861 en in 1862 door het
Burgerlijk Armbestuur genoten, onderling te kunnen ver
gelijken is het noodig het eerstewegens reisgelden door
het Gemeentebestuur aan arme en doortrekkende perso
nen verstrekt, met 127.70 te verhoogen, en het laatste,
wegens door het Burgerlijk Armbestuur betaalde kosten
van geneeskundige diensten enz. met 25,986.971 te
verminderen, dewijl deze beide posten in 1861 regtstreeks
uit de Gemeentekas gekweten, doch in 1862, ten gevolge
van de boven opgenoemde Verordeningen, voor het eerst
ten laste van het Burgerlijk Armbestuur gekomen zijn.
Na deze bijvoeging en aftrekking heeft het subsidie van
het Burgerlijk Armbestuur beloopen:
in 1861 82,539.54
en 1862 - 67,937.71
dus minder 14,601.83
Tot eene juiste beoordeeling van dit verschil behoort
nogtans in aanmerking te worden genomendat ter be
strijding van de uitgaven van het Burgerlijk Armbestuur
in 1862 mede heeft gestrekt het batig saldo van zijne
rekening over 1860, groot 1338.07^, terwijl op zijne
rekening over 1861 geen batig saldo van een vroeger
dienstjaar tot dekking der uitgaven aangewend is gewor
den. Ware het batig saldo van f 1338.071 niet voor de
dienst van 1862 beschikbaar geweestdan zou het sub
sidie voor dat jaar 1338.071 booger hebben moeten zijn
en dus slechts 13,263.75f minder bedragen hebben dan
dat, hetwelk in 1861 is uitgekeerd.