4 Werd door ons in het vorig Verslag gezegd, dat er nog een geruime tijd zou moeten verloopen, eer wij de Staat D de beroepen vermeldtdoor de overledenen uit geoefend en E de oorzaken van het overlijden opgeeft. De twee laatstgemelde opgaven werden voor onsals gewoonlijk, door de tusschenkomst van de Commissie van Plaatselijk Geneeskundig Toevoorzigt opgemaakt. Door de zorg van het bureau van den Burgerlijken Stand zijn wij in de gelegenheid als Bijlage F bij dit Verslag te voegen een staat der cijfers van geboorte en overlijden van het jaar 4700 tot en met 1862, welke staat, naar wij meenen, niet van belangrijkheid is ontbloot. De toenemende bevolking, vooral in zoo verre die ont stond door meer vestiging in- dan vertrek uit de Gemeente, bedragende ongeveer 600 personen, vermeerderde ook de behoefte aan gelegenheid tot huisvesting. In ruime mate werd in die behoefte door den publieken ondernemings geest voorzien, want aan elke zijde der Gemeente werd voortdurend aangebouwdzoodat iederdie zich hier vestigen wilde, steeds keus vond in woningen van ver schillenden smaak en grootte. Het aantal der genommerde percelen, dat in 1861 was geklommen tot 12,538, werd in 1862 belangrijk vermeer derd door de volbouwing van de Huijgensstraat en den aanbouw van panden aan den Bezuidenhoutin de Java- straat, aan den Zuidbinnencingelaan den Noordwal, in de Badhuisstraat enz. te Scheveningenen niettegenstaande door verbouw of nieuwen aanleg een getal van 22 panden vervallen is, kan men toch als zeker aannemen, dat het aantal bewoonde of bewoonbare percelen in deze Gemeente in het afgeloopen jaar is geklommen tot 12,723. BEVOLKINGSREGISTERS. K..

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1862 | | pagina 10