1 (Hi enz. a. - 29,262.25 b. Ook uit deze som kunnen wij geene gevolgtrekkingen ten aanzien van den voor- of achteruitgang in den staat van het Armwezen afleiden, deels dewijl de bestanddeelen der kosten, waarvan zij het gezamenlijk bedrag uitmaakt, niet geheel dezelfde zijn als in de aan 1862 vooraf gegane dienstjaren, deels omdat de hoegrootheid van deze kosten niet uitsluitend van den staat van het Arm wezen maar tevens van den algemeenen gezondheids toestand afhankelijk is. Voegt men bij het zoo evengenoemde vermoedelijk be drag van de ten behoeve van het Armwezen voor genees kundige diensten enz. door de Gemeente aangewende kostengroot30,293.48 de subsidien aan Kerkelijke instel lingen van weldadigheid het subsidie van het Burgerlijk Arm bestuur, tot het hierboven aangewezen beloop van - 67,937.71 dan verkrijgt men f 127,493.44 voor het vereenigd bedrag van al de uitgaven, welke het Armwezen in 1862 aan de Gemeente heeft opgelegdmet uitzondering alleen van de kosten van verpleging van arme krankzinnigen, waaraan in 1862 in het geheel f 20,736.55^ werd besteed. Ten einde U de werking der in 1861 vastgestelde Verordeningen op de geneeskundige hulpdie van wege de Gemeente aan behoeftigen wordt verstrektin bij zonderheden te doen kennen, zouden wij kunnen volstaan met te verwijzen naar de beide reeds aangehaalde rap porten van het Burgerlijk Armbestuur (Bijlagen lett. P en Q). Wij achten het echter niet onbelangrijk, daaraan het volgende toe te voegendat wij ontleenen aan het Verslag

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1862 | | pagina 112