los voor zoo veel ons dit mogelijk was, gaandeweg met een enkel woord hebben aangegeven. liet voorschrift des Verslags verlangt verder eene opgave der middelen, aangewend tot leniging en ver mindering der armoedeen daarvoor verwijzen wij in de eerste plaats naar de tabellen der Instellingen van weldadigheid, als Bijlage lett. T achter het Verslag ge voegd, en naar de statistieke opgaven, betreffende die Instellingen, welke aan het slot van dit Hoofdstuk worden gevonden. Wat verder door de Gemeente werd gedaan, tot ver spreiding van nuttige kennis en beschaving onder de armen en minvermogenden, blijkt uit het medegedeelde in Hoofdstuk IX, waar wij de sommen hebben vermeld, die de Gemeente aan hare armenscholen en aan de be waarscholen heeft ten koste gelegd, in de overtuiging dat door goed en doelmatig onderwijs ontegenzeggelijk vermindering van armoede zal worden te weeg gebragt. Ook met het verschaffen van werk aan behoeftigen gedurende den winter werd in 1862 op de gewone wijze voortgegaande Gemeente besteedde daaraan de som van f 11,488.46, en zij mogt het streelend genoegen - onder vinden, een blijk te ontvangen dat deze poging tot voor koming van armoede gewaardeerd wordt, toen zij door Mevrouw de Weduwe A. M. F. Mibandolle, geb. van Eck, benoemd werd tot erfgenaam harer nalatenschap (na aftrek van eenige legaten) onder de uitdrukkelijke bepaling dat de jaarlijksche revenuën van de erfenis moeten worden be steed om des winters door behoeftige personeninwoners van ’s Gravenhagedoor werkzaamheden te laten verdienen, alles ter beslissing van Burgemeester en Wethouders». Die erflating werd door Umet goedkeuring van Hee- ren Gedeputeerde Staten, aanvaard en de Gemeente zal derhalve in 1863 in het bezit treden van een vrij aan-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1862 | | pagina 114