125
dat zij op den Sisten December 1862 een getal van
1124 leden had, en dus 475 meer dan in het jaar 1861.
Deze belangrijke toeneming van leden moet worden toe
geschreven aan het houden alhier van eene algemeene
tentoonstelling, welke omstandigheid altijd tijdelijk van
invloed is op het ledenaantal der afdeelingenmaar
naar ons bekend is heeft dat getal toch geene groote
vermindering ondergaanzoodat de ’s Gravenhaagsche
Afdeeling tegenwoordig de grootste is van de Maat
schappij.
Over den werkkring dezer Afdeeling, valt dit jaar niets
bijzonders op te merken, daar de gewone rigting gevolgd
en de gebruikelijke orde daarbij nagekomen werd. Van
daar dat ook van buitengewonen invloed op den landbouw
geen sprake kan wezen, ook al noemen wij de werking
dezer vereeniging op dien gewigtigen tak van ons volks
bestaan onmiskenbaar.
De Afdeeling hield in het afgeloopen jaar geene ten
toonstelling, omdat zij in ruime mate wilde medewerken
tot de, van den 26sten tot den SOsten September, alhier
gehouden algemeene tentoonstelling van landbouw, welke
door de Maatschappij zelve uitgeschreven was. Die ten
toonstelling, waarbij eene ruime plaats voor de bloemisten
ter mededinging ingeruimd was, heeft zeer voldaan en
mag uitnemend geslaagd heetende verzameling van
voortbrengselen van landbouw van allerlei aard, het vee,
het pluimgedierte, de werktuigen enz. wekten de algemeene
bewondering op en verdienden die in ruime mate. De
tentoonstelling had plaats in het gebouw van de Gemeente
aan de Princessegrachtvoor zoo veel de voortbrengselen
van den landbouw betreft, terwijl de paarden, het vee,
het pluimgedierte en de werktuigen in den Koekamp waren
geplaatst, liet bezoek was over het algemeen zeer druk,
maar inzonderheid op Maandag den 29sten September,