130
HOOFDSTUK NIH.
Verveening Jagt Visscherij.
De visscherijwelke de Gemeente binnen haar eigen
grondgebied bezit, bepaald zich tot die in het Kanaal
Alhier worden geene gronden, tot verveening bestemd,
gevondenzoodat dit onderwerp voor onze Gemeente
vervalt.
Naar ons is kenbaar geworden was de staat van het
jagtveld in het afgeloopen saizoen niet ongunstig, ofschoon
hier evenmin als elders veel klem wild gevonden werd.
Wij moeten ons verder de vrijheid veroorloven, ten
aanzien der opgave van het getal eigen- en huurjagten
eendvogelkooijenduiventillen, zwanen- en ganzendriften,
van den staat van het schadelijk gedierte en van het
getal gedood schadelijk gedierte, omtrent welke punten
het voorschrift des Verslags opgave verlangt, te verwijzen
naar onze vorige Verslagen, aangezien ten opzigtc van
deze aangelegenheid door ons weinig bijzonders kan worden
medegedeeld, en de opheffing der premiën voor het af
maken van schadelijk gedierte veroorzaakt dal daarvan
bij ons niets meer, wordt vertoond.
Over het toezigt op de jagt, dat door de daarmede
belaste jagtopzieners wordt uitgeoefendenvoor zoo
verre ons bekend is, naar behooren gehandhaafd wordt,
zijn ons geene klagten ter oore gekomen.
Het getal aanvragen tot verkrijging van jagt- en visch-
acten door ingezetenen dezer Gemeente gedaan, hetwelk
in het vorig jaar 140 bedroeg, is dit jaar geklommen
tot 459.
C. VISSCHERIJ IN DE BINNENWATEREN.
b. J A G T.
a. VERVEENING.