136 is geweest voor de markt als zij hinder heelt opgeleverd voor de marktbezoekers. In den aard of hel getal der markten heel! geene wijziging plaats gehadzoodat wij ter vermijding van onnoodige omslagtigheidkunnen ver wijzen naar de lijst der markten, opgenomen in het Gemeenteverslag van 1860, pag. 122. Wanneer wij deze zaak eenigzins meer in bijzonder heden nagaan kunnen wij meldendal de toestand der markten over het algemeen vooruitgaande isop welken regel de vleeschmarkto. a.evenwel eene uitzondering maakt, omdat die door de oprigting van vleeschwinkels meer en meer overtollig wordt. Wij willen daarom echter het niet doen voorkomen alsof de handel zich heeft uit gebreid daar wij de overtuiging hebben dat alleen de toenemende behoefte der ingezetenen de oorzaak is van den vooruitgang der markten; maar die vooruitgang strekt toch in het belang van de ingezetenen en als zoodanig mag men er zich in verheugen. De botermarktde eenige markt van eigenlijken handel ging, te oordeelen naar de hoeveelheid boter, die ter verkoop aangeboden en verhandeld werd, niet vooruit. Die hoeveelheid toch bedroeg in het vorig jaar 152,805 Ned. ponden, terwijl zij in 1862 niet hooger liep dan 111,968 Ned. ponden, welk verschil moet worden toege schreven, zoo aan den uitvoer naar buiten ’s lands als aan de tongblaar onder het vee waardoor ook de prijzen zeer gedrukt werden. De aardappelenmarktwaaromtrent wij in den staat als Bijlage Y achter het Verslag gevoegd de bijzonder heden aangevenheeft zeer gebloeiddank zij de groote voorraad dezer aardvrucht en de daardoor veroorzaakte lage prijzen van dit artikel. Ten aanzien van den verkoop van vleesch, afleleiden uit den invoer van vee en van geslagl vleesch verwijzen

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1862 | | pagina 140