144
Aldus uitgebragt in de Vergadering van den Gemeente
raad van den 28sten April 1863.
P. WINTGENS,
Secretaris.
F. G. A. GEVERS DEYNOOT,
Burgemeester.
Aan het einde gekomen van ons jaarlijksch Verslag
doen wij met genoegen opmerkendat de algemeene in
druk dien men door dit Verslag ten aanzien van den
toestand onzer Gemeente verkrijgtgunstig moet zijn
omdat de Gemeente gespaard bleef voor groote onheilen
en den staat van haar Armwezen verbetering onderging,
terwijl zij bovendien zich verheugen mogt in welvaart en
in de trapsgewijze ontwikkeling der bronnen van haar
bestaan.
Aan deze opmerking, die ruime stof tot danken geeft,
verbinden wij den wensch, dat de voortdurende bloei der
Gemeente de vrucht moge wezen van Uw beheer en van
Uwe zorgen voor het algemeen welzijn.