’s Gbavenhage den 14<Ze» February 1863.
Algemeeue beschouwingen.
Bijlage
De Plaatselijke Schoolcommissie herhaalt hetgeen in vorige
verslagen door haar gezegd isdat te 's Gravenhage geene scholen
bestaanwaarin uitsluitend verder voortgezet onderwijs in de
levende talen en in de wis- en natuurkunde gegeven wordt; al
die scholen derhalvewaar tevens voortgezet onderwijs gegeven
wordt, zijn door haar op de tabel gebragt onder letter D.
Uit die tabel blijkt medewelke leervakken op iedere school
onderwezen worden, of het onderwijs zich alleen bepaalt tot die,
Het begin van den nieuwen jaarkring legt ons, volgens art. 64
der Wet van den 13den Augustus 185 7 (Staatsblad n°. 103), de
verpligting op, U een beredeneerd verslag uit te brengen over
den toestand van het lager onderwijs in deze Gemeente in 1862.
De vorm, waarin dit verslag moet zamengesteld worden, is
vroeger aangewezen door den Minister van Binnenlandsche Zaken,
die, volgens missive van den Schoolopziener in dit district, van
den 20sten Januarij 1859, n°. 48, heeft voorgeschreven, daarbij
de volgorde der Wet in acht te nemen. Uit dat voorschrift
even als uit de Wetvolgtdat dit verslag moet zijn berede
neerd, d. i.het moet bevatten eene beoordeeling van den toe
stand van het lager onderwijs op de verschillende scholen en eene
vergelijking dier scholen onderling, alles met daarbij gevoegde
statistieke opgaven.
Nu er vijf jaren sedert de invoering der Wet zijn verloopen,
heeft de Plaatselijke Schoolcommissie het tot een punt van ernstig
onderzoek gemaakt, in hoeverre zij meer dan vroeger aan het
door den Minister ten deze geuit verlangen zou kunnen voldoen.
Zij heeft evenwel vermeenddat het beter was den eenmaal door
haar aangenomen vorm te behouden, daar aan eene juiste beoor
deeling van den toestand van het lager onderwijs op iedere
school, en aan eene vergelijking dier scholen onderling in eene
Gemeente als 's Gravenhagewaar 59 dergelijke leerinrigtingen
van verschillenden aard en strekking bestaan, eigenaardige moei-
lijkheden zijn verbonden.