Commissie van toezigtniet behoort tot diebedoeld bij de Wet van den 13den Augustus 1857. Het onderwijzend personeel op de scholen te Gravenhage be stond den 31sten December 1862 uit 59 hoofdonderwijzers en hoofdonderwijzessengeplaatst aan het hoofd der scholen, 131 hoofd-, hulp- en huisonderwijzers en 146 kweekelingenmede op die scholen werkzaam. Evenmin als in vorige jaren zijn door den District-Schoolop- ziener schoollokalen verklaard voor de gezondheid schadelijk of van onvoldoende ruimte voor het aantal der aldaar schoolgaande kinderen. Intusschen komt het aan de Schoolcommissie voor dat de burgerschool tegen matig schoolgeld op de Groote Markt wat de ruimte der lokalen betreft, niet in allen deele geëvenre- digd is te achten aan het daarvoor bepaalde getal leerlingen. Aan dit gemis van ruimte moet grootendeels ook geweten worden, dat omtrent de proef met het nieuwe model van schoolbanken en tafels geene bepaalde uitkomsten kunnen worden medegedeeld. Aan de Plaatselijke Schoolcommissie zijn in 1862 geene per sonen bekend geworden, die zonder bezit der bij de Wet gevor derde bewijzen onderwijs gaven. Door den Koning is aan Mejufvrouwen J. E. L. Borde en P. E. Lecüreux bij besluit van den 4den Junij 1862 en aan den heer E. F. Gellion Danglak bij dat van den 29sten Oc tober 1862 vergunning verleend hier te lande onderwijs te geven. Bij de Plaatselijke Schoolcommissie is geene mededeeling ont vangen van personen, die in 1862 zich hier als huisonderwijzers of huisonderwijzeressen hebben nedergezet. Bij deze mededeeling mag zij niet nalaten op te merkendat het toezigt op de huis onderwijzers en onderwijzeressenten einde te weten wie zoodanig onderwijs geven, en wie al of niet daartoe bevoegd zijn, niet bestaat, daar deze Commissie alleen bekend is met de namen van hen, die daartoe na 1°. Januarij 1858 zich hebben aangegeven. De Plaatselijke Schoolcommissie is derhalve niet alleen onbekend met hen die zich vroeger hier nedergezet hebbendoch weet evenmin of door hen werkelijk en in welke vakken huisonderwijs gegeven wordt. Door de Regering is met den aanvang van het jaar 1862 eene verandering gebragt in de wijze waarop haar de statistieke opgaven, betreffende het getal der kinderen hetwelk op de lagere scholen onderwijs genietgegeven worden. Door het vervallen der vroegere tabel B is de Plaatselijke Schoolcommissie

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1862 | | pagina 185