VERSLAG omtrent, den toestand der Akademie
van Beeldende Kunsten en Technische
Wetenschappen te ’sGravenhage, over
het jaar 1862—4863.
Bijlage O.
De hoofd-
raber vroeg
zoek, eervol ontslagen
Eene wijziging van
eene uitbreiding mede
De Raad van Bestuur der Akademie van Beeldende Kunsten
en Technische Wetenschappen kan zijn verslag, over den toestand
dezer instelling gedurende het jaar 18621863tot een kort
overzigt beperken, daar die toestand weinig of geen verschil op
levert met dienwaarover het laatste verslag loopt.
Daar, volgens het Reglement der Akademie, de aftreding van
de helft der leden van den Raad van Bestuur slechts om de twee
jaren geschieden moet, en deze verkiezing in 1861 plaats had,
bleef het personeel der Bestuurders hetzelfde.
In dat der onderwijzers ontstond eenige mutatie,
onderwijzer in de afdeeling Ornament-teekenende heer E. Sa-
en verkreeg zijn eervol ontslag. De heer Joh.
Stortenbeker werd, ten gevolge daarvan, tot hoofdonderwijzer
benoemdterwijl diens broederde heer C. S. Stortenbeker
als derde onderwijzer aangesteld werd.
De heer Fridolin Becker werd in de plaats benoemd van
den heer W. M. Liernüb, die als onderwijzer in de Élémentaire
Teekenkunde zijn eervol ontslag had verzocht.
In de klasse Bouwkunde werd de heer A. Burger, op ver
en vervangen door den heer F. de Brois.
het Reglement voor het onderwijs bragt
van het onderrigt in de Wiskunde. Dr.
H. G. van de Sande Bakhuijzen werd tot onderwijzer bij die
afdeeling benoemd en aan hem tevens de cursus in de Doorzigt-
kunde opgedragen, ten gevolge waarvan de heer P. D. Schef-
felaar die daarmede belast waszijn eervol ontslag verkreeg.
Tot bevordering der orde in de klassen en het houden van
toezigt bij de verwisseling van lokalen door de leerlingen, werden
twee oppassers aangesteldwelke maatregel goed aan de bedoeling
heeft beantwoord.
De wijziging van het Reglement voor het onderwijs gold meer