Bijlage P.
den
Ingevolge het bepaalde bij art. 36 der Verordening van
27sten Augustus 1861, n°. 191, heeft het Burgerlijk Armbestuur
de eer het navolgende verslag van zijne handelingen over het
afgeloopen dienstjaar 1862 aan den Gemeenteraad aan te bieden.
Overeenkomstig hetgeen het Burgerlijk Armbestuur bij de in
diening van zijn verslag over het vorige jaar 1861 opmerkte, is
het thans, nadat een geheel jaar is verloopen sedert de nieuwe
inrigting van dezen zoo belangrijken tak van beheer is ingevoerd
in de gelegenheid, zijn oordeel over hare werking, uit de ver
kregen uitkomsten ontleend, althans aanvankelijk uit te spreken.
Reeds voorloopig is aan Uwe Vergadering, uit de bij missive
van den 13den Februarij 1863 ingeleverde Rekening over 1862
(zie Tdijlladblz. 33, XV), kunnen blijken, dat de uitgaven van
het Burgerlijk Armbestuur tot het aanzienlijk bedrag van 15,888.78
beneden de bij de Begrooting toegestane som zijn gebleven.
Deze uitkomst, vermeent het Armbestuur, in het algemeen ge
nomen te kunnen toeschrijven aan naauwkeurigheid en zekerheid
in het toezigt op de verschillende onderdeelen van zijn beheer.
Vóór dat het Armbestuur hieromtrent in bijzonderheden treedt,
wenscht het in herinnering te brengen, dat de Commissie, waar
aan deze eervolle, maar moeijelijke taak is opgedragen, geene
verandering heeft ondergaan en op den 2den September 1862 op
nieuw voor het thans loopende jaar 1863 daarmede is belast,
waarbij alleen moet gevoegd wordendatnaar aanleiding van
art. 3 der Verordening van den 27sten Augustus 1861, de Heer
Jhr. Mr. H. G. C. L. Janssens door den Heer Burgemeester tot
plaatsvervangend Voorzitter is benoemd, en dat het meer bijzonder
toezigt over het bestedelinghuis en over de finantiën aan dezelfde
Sub-Commissiën als in de laatste vier maanden van 1861 is op
gedragen geweest.
Bij beschikking van Burgemeester en Wethouders is voor het
Burgerlijk Armbestuur aangewezen het lokaal achter het Raadhuis,
alwaar vroeger het Kantongeregt gevestigd was. In dit lokaal
dat voor de daaraan gegeven bestemming vrij geschikt is, houdt
het Armbestuur zijne wekelijksche zittingen tot behandeling en
afdoening van zaken en tot het aanhooren der verzoeken van
behoeftigen en bedeelden. In een der vertrekken is het bureau