L
van den Secretaris gevestigd, alwaar tevens het archief wordt
bewaard.
Nadat de door Burgemeester en Wethouders benoemde Armen-
opzigters (zie Bijblad 1861, blz. 227, XIII) door den Voorzitter
van het Burgerlijk Armbestuur waren geïnstalleerdhebben zij
hunne taak met lc. Januarij 1862 aanvaard; welke taak, ofschoon
die huninzonderheid voor de vijf Armenopzigtersdie in 's Gra-
venhage zelve werkzaam zijnvreemd wasniettemin door allen
met den meesten ijver werd opgevat. Het Burgerlijk Armbestuur
mag zich het genoegen niet ontzeggen aan de Armenopzigters
welverdienden lof toe te kennen voor de naauwgezetheid in de
vervulling hunner verpligtingen.
Inzonderheid in den aanvang heeft de regeling van de genees
kundige dienst eenige moeijelijkheid opgeleverd en vele werkzaam
heden van den Secretaris en van de Armenopzigters gevorderd
vooral daaraan toe te schrijven dat de zaak hun geheel nieuw
was en in een zeer kort tijdsbestek moest worden in orde gebragt,
ten einde geene stoornis zoude ontstaan. Dit heeft zelfs aanleiding
gegeven tot vereenvoudigingen in de administratie, welke de onder
vinding had aangewezendat zonder nadeel voor de naauwkeurig-
heid en geregelden gang van de dienst konden worden ingevoerd.
Overigens is voor het finantiëel bestuurde statistiek en de cor
respondentie van den beginne af eene regeling ingesteldwelke
behoudens eenige geringe veranderingengebleken is voldoende
te zijn.
Overeenkomstig de bepalingen der eerste afdeeHng van het derde
hoofdstuk der Wet van den 28sten Junij 1854 {Staatsblad n°. 100)
en in overleg met Burgemeester en Wethouders, wordt de brief
wisseling over het verkenen en het verhaal van den onderstand
aan elders armlastigen verstrektgevoerdniet door het Burgerlijk
Armbestuurmaar door of namens den Burgemeester doch wordt
het advies van het Armbestuur ingewonnen en in den regel gevolgd.
Volgens de Verordening heeft het Armbestuur eene tweeledige
taak te vervulleneensdeels het nazien der begroetingen en reke
ningen van gesubsidieerde armbesturenanderdeels het verkenen
van onderstand aan hen, die van geene kerkelijke of bijzondere
instellingen van weldadigheid hulp kunnen erlangen.
Ter bevordering van een volledig overzigt ten aanzien van het
eerstvermeldeworden hierbij aan Uwe Vergadering in herinnering
gebragt, de door het Burgerlijk Armbestuur uitgebragte verslagen.