Kleeding den Armenopzigter van broodsoep en turf en slechts bij uitzondering geld toegestaan. De winterbedeelden te Schevenlngen ontvangen dit laatste nimmer. en liggingstukken werden met grootere spaarzaamheid dan vroegeren niet dan op voordragt verleend. Nog dient hier vermeld te w’orden dat nimmer een persoon of een gezin in onderstand wordt opgenomen, dan nadat uit eene schriftelijke verklaring van het Armbestuur van het kerkgenootschap, waartoe die persoon of het hoofd van dat gezin door belijdenis of doop of eenige wetsduiding behoort, blijkt, dat hij van het Armbestuur van dit kerkgenootschap geen onderstand kan ver krijgen. Behalve eene nadere regeling der bedeeling, had het Arm bestuur ook andere redenendie aanleiding gaven tot het besluit om de ondersteunden voor zich te doen verschijnen. Art. 28 der Verordening van den 27sten Augustus 1861, draagt het Burgerlijk Armbestuur den bepaalden last op tot het houden van toezigt op het gedrag der personen waaraan het onderstand verleent en bevorderthet schoolgaan van hunne kinderen Uit dien hoofde tracht het Burgerlijk Armbestuur zoo veel mogelijk te wakendat de kinderen der bedeelden de school getrouw bezoeken. Wie daaraan niet voldeedzou den onderstand van het Armbestuur verbeuren. De ondervinding leert, hoe menigmalen uitvlugten worden gebezigdom kinderen reeds op 10 of 12 jarigen leeftijd van de school verwijderd te houden, om de ouders in de ver zorging van hun gezin bij te staan. Hierdoor wordt hunne ver dere ontwikkeling en vorming voor een’ werkzamen stand in de maatschappijten eenenmale tegengewerkten het Burgerlijk Arm- bestuui’ achtte zich geroepen daartegenzoo veel mogelijkte «’aken. Tot de mededeeling overgaande van eenige nadere bijzonder heden vestigt het Armbestuur Uwe aandacht op de volgende opgaven. Op den Isten Januarij 1862 bedroeg de vaste lijst der personen, die in wekelijksche bedeeling waren opgenomen 703 gezinnen, alhier armlastig en alhier wonende, uitmakende 1821 zielen en te zamen bedeeld met 427.85 en 1208 brooden, hetgeen bij omslag voor ieder gezin bedraagt: aan geld bijna 61 cents en aan broodwaarvan de prijs hooger was dan een vorig jaar, ongeveer 17 cents; 112 gezinnen, elders armlastig en alhier wonende, uitmakende

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1862 | | pagina 210