over 0.75 Te zamen 36.32* 3,607.01 blijft minder als boven7 75.23 De onder 1°. genoemde post heeft de raming met f 220.73 j overtroffen, omdat het geheéle batig slot der rekening over 1861 in de rekening over 1862 opgenomen is. De post voor geïnde verhalen over vroegere jarenkwam op de Begrooting voor 1862 niet voor. Volgens de Memorie van Toelichting, blijft op dezen post nog te ontvangen f 2361waaromtrentingevolge het Raadsbesluit van den 25sten November 1862 (zie Bijblad, blz. 205XXXV), door heeren Burgemeester en Wethouders te verschaffen inlich tingen worden te gemoet gezien. 3. De uitgaven, op de rekening van het Burgergasthuis over 1862 verantwoord, bedragen in het geheel 25,118.48, en zijn dus 995.97 beneden de raming gebleven. De rekening levert dientengevolge een batig saldo op van 22(0.7,35dat overeenstemt met de som, welke daarop boven de Begrooting voor het batig slot der rekening over 1861 gebragt is en derhalve het gedeelte van dat batig- slot uitmaakt, hetwelk als eerste post van inkomst op de Begrooting voor 1863 is uitge trokken (zie Bijblad 1862, bladz. 216., XXVII). van het Burgergasthuis in 1862 f 25,339.21| beloopendat is 775.23* minder dan de raming. Het subsidie uit de Gemeentekas is4,382.24? beneden het toegestaan bedrag gebleven. Daartegen is meer dan geraamd was ontvangen voor: 1°. het gedeeltelijk batig slot der rekening over 1861220.73? 2’. geïnde verhalen over vroegere jaren- 1,419.20 3°. inkomsten wegens verpleging, volgens art. 13 a der Verordening van den 30sten Mei 1856 4°. inkomstenvoortvloeiende uit de betaling, bedoeld bij art. 33 der Ver ordening van den 12den November 1861. - 1,930.00 5°. inkomstenvoortvloeiende uit art. 58 der Verordening van den 30sten Mei 1856

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1862 | | pagina 227