16 2°. 1°. door den Heer Mr. H. Baron Collot d’Escury, die aan de Gemeente heeft geschonken twee schil derijen in oheverw van P. C. Lafargae (1774), voorstellende a. de voormalige middelste Boschhrug, en b. het Haagsche Schouwzoo als zich dat in vroeger dagen bevond; door den Heer R. Baron Collot d’Escury, door wien aan de Gemeente is afgestaan een plattegrond van Gravenhage van den jare 1570. Zoodra nukrachtens de door den Raad verleende magtiging, eene Commissie van beheer voor deze ver zameling zal zijn benoemd, en de daarvoor noodig geoor deelde bepalingen zullen zijn vastgesteld en in werking gebragt, zal door ons aan de belangstellenden de gelegen heid worden gegeven, om het nieuwe Museum te bezigtigen. De berigten omtrent de in deze Gemeente bestaande begraafplaatsenzijnde de Burgerlijke; de Roomsch Catholieke; de Israëlitische, en de begraafplaats Ter navolging, luiden bij voortduring gunstig; de begraafplaatsen worden naar behooren onderhouden, de dienst geschiedt er ge regeld en de daar ter plaatse vereischte orde en rust worden er bewaardalthans in het afgeloopen jaar kwamen daaromtrent geene gegronde klagten ter onzer kennisse. Deze algemeene verklaring kunnen wij ook meer bij zonder afleggen ten aanzien van de Burgerlijke begraaf plaats, voor welker onderhoud steeds de noodige zorg wordt gedragen, terwijl, naar wij vermeenen, regel en BEGRAAFPLAATSEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1862 | | pagina 22