meelfabriek werd door eene maatschappij op
zij goed slaagt een zeer belangrijk en voor het
weldadig etablissement kan worden.
niet gaan. Men begrijpt dusdat geruststelling in dit opzigt
door die fabriekanten sterk wordt begeerd.
Aandacht verdienen verder de kurkenfabrieken. Als verbetering
werd daarin ingevoerd de vervaardiging van zoogenaamde vuur
makers waartoe de afval der kurk dient. Een der fabriekanten
verkreeg hiervoor een octrooy, dat hem echter door de groote
gebreken onzer octrooywet weinig baatte. En werkelijk is de
herziening dier wet een door alle deskundigen sinds lang uitge
sproken wensch. Het gewigt dat dit fabriekaat heeft, mag onder
anderen worden afgemeten hiernaar, dat de fabriekanten eigen
kofschepen, reeden en uitrusten voor den aanvoer der grondstof.
De fabrieken van chemicaliën de pianofabriekende wel noe-
menswaardige sigarenfabrieken en de meeste anderen bleven in
vorigen vrij gunstigen staat, zonder stof op te leveren tot bij
zondere opmerkingen. Ook de boekdrukkerijen bloeidende
grutterijen daarentegen hadden een schraal jaar, waarvoor als reden
wordt opgegeven het voordeelig aardappelen gewas.
Veel ging er voortdurend om in al wat in betrekking staat met
het vak van aannemen en bouwen. Als teekenen daarvan mag
gewezen worden op de oprigting der stoomfineerzagerij van den
Heer Vierling en de plaatsing eener stoommachine in de nieuwe
werkplaats van de Gebroeders van Malsen ter bewerking van
het hout. Het hout was duseven als alle andere bouwmateria
len een gewild handels-artikelen de bestaande houtzaagmolens
voeren er wel bij.
Op de patentoliefabrieken daarentegen drukte de lage prijs der
lijnkoeken.
Een brood- en
gerigtdie zoo
algemeen een
De door stoom gedreven meelfabriekbehoorende aan de firma
Nicola en Koechlin, en op korten afstand van deze Gemeente
aan de Geestbrug gevestigdvoldoet aan de beste verwachtingen
en zou nog veel hooger vlugt nemen werd zij in de vermeerde
ring van haren uitvoer naar Duitschland niet door het tarief van
het tolverbond belemmerd.
De algemeene staat der ’s Gravenhaagsche nijverheid gaat dus
vooruit, en de belanghebbenden spannen daartoe alle krachten in.
Doch zij klagen over de weinige hulp, die zij ondervinden van
de Regering. Een eerste voorwaarde voor den bloei der nijver-