25 2°. Indirecte belastingen. wij de volgende f 650,022.311 173,617.13 222,562.19 185,514.921 230,359.271 f 670,166.321 van de vermeerdering van het cijfer der bevolking en dientengevolge van de woningen, waarvan evenwel velen nog in het genot zijn van vrijdom der grondbelasting op de gebouwde eigendommen. f 666,900 Het gegeven overzigt toont aan dat de opbrengst der indirecte belastingen in 1862 niet voordeelig is geweest zij is gebleven onder de daarvan gemaakte ramingter wijl zij ook veel lager was dan de opbrengst van 1861. Wij gelooven deze uitkomst deels te moeten toeschrijven aan verschillende omstandigheden, die de opbrengst heb ben gedrukt en waaromtrent wij straks in meer bijzon derheden zullen tredendoch ook deels aan den grond slag der raming, daar het uit den aard der zaak volgt, dat wanneer daarbij steeds de uitkomsten van het laatst- voorgaande jaar moeten gevolgd worden, die uitkomsten, wanneer ze zeer gunstig zijn geweest, in het volgend jaar teleurstelling zullen opleveren. Die teleurstelling werd dan ook in 1862 in ruime mate ondervonden en zij drukte te meer, omdat de uitkomsten van het jaar 1861, in ver band met de toeneming der bevolking, geenszins op ach teruitgang van de middelen hadden doen bedacht zijn. Deze belastingen verder splitsende in meer onderdee- len, komen wij Van de indirecte belastingen kunnen opgave doen b. f 252,200 191,900 222,800 c. Opbrengst 1862. 253,842.091 Opbrengst 1861. f 254,292.121 Raming 1862.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1862 | | pagina 31