26
a.
95,400
f
f 91,462.42J
149,400
155,133.97 i
7,400
7,246.59 i
b.
op de eigen middelen op voorwerpen van verbruik
als
tot de opcenten op de Rijks indirecte belastingen,
zijnde die
op het geslagt
op hel binnenlandsch gedis-
teleerd
op het buitenlandsch gedis-
teleerd
De opbrengst der opcenten op het geslagt was derhalve
minder dan de raming en hiervan draagt de grondslag
der raming de grootste schuld, want zeker is het, dat
deze belasting wordt beheerscht door vele omstandigheden
die tot de welvaart en den bloei der Gemeente in geen
het minste verband staan, en desniettemin moet men de
opbrengst bij de begrooting steeds even hoog stellen als
zij dikwijls in een buitengewoon gunstig jaar is geweest.
Tegenover het jaar 1861 is evenwel de opbrengst dezer
belasting niet zoo ongunstig en daar zij ten gevolge der
lage prijzen van het vee onder de raming bleef, mag
men uit de vergelijking met het jaar 1861 de gevolg
trekking maken dat het vleeschgebruik eerder toe- dan
afgenomen is. De twee andere middelenwaarvan op
centen geheven worden, overtroffen gezamenlijk de be
grooting en toch niet in dier voege dat er naar eenige
aanleidende oorzaak daarvan behoeft gezocht te worden.
Wij vestigen verder de aandacht
Opbrengst.
Earning.