28
iets, dat
80,604
82,466
83,769
(78,318)
(80,090)
(81,393)
82,620
- 202,693.914
- 208,622.764
- 216,501.82*
- 208,421.42
zeer matigen prijs verkrijg-
brood natuurlijk veel min
van het cijfer
ver-
Van deze heffingen bedroegen de inkomsten
f 54,305. f 55,062.58. f 53,232.18J.
Het is niet onbelangrijk, op te merken dat al deze heffin
gen, hoe onbeduidend ze in verhouding tot de algemeene
behoeften ook op zich zelve wezen mogen steeds toe
nemende zijn.
lagere standen, de aardappelen, was in 1861 zoo hoog
in prijs, dat het voor den minderen man niet te bekomen
was en hij zich derhalve verpligt zag meer brood te eten
dan anders, en in 1862 waren daarentegen de aardappelen
in grooten overvloed en tegen
baar, zoodat het gebruik van
der moest zijn dan in gewone tijden. Dit groote verschil
van toestand moest de gewone verhouding
van opbrengst tot dat der bevolking eenigzins doen
loren gaanhetwelk duidelijk blijkt uil de volgende
statistiek der laatste vijfjaren:
1858, bevolking 79,513 199,602.12^
1859,
1860,
1861,
1862,
Alles in aanmerking nemende, gelooven wij dus reden
te hebben, ons te verheugen in deze schijnbaar nadeelige
omstandigheidomdat zij het gevolg is van
men voor velen als eene weldaad mag beschouwen, terwijl
door het druk bezoek van vreemdelingen en de toenemende
welvaart in de Gemeente het cijfer van opbrengst toch
geenszins onder de raming is gebleven en derhalve tot
geene misrekening aanleiding gegeven heeft.
3°. Heffingen met belastingen gelijkgesteld.
Raming 1862. Opbrengst 1862. Opbrengst 1861.