32 d. Kosten van het openbaar onderwijs. Wij achten het een uitvloeisel van den geest des tijds, dat de kosten, welke door de Gemeente voor het open baar onderwijs aangewend worden, nog steeds klimmende zijn; in elk geval deelt onze Gemeente in dat lot met de meeste andere Gemeenten van ons Vaderland. Maar niet alleen waar de wet gebiedend sprak, als ter zake van het lager onderwijs, maar ook ten aanzien van het Gymnasium, heeft de Gemeente bij de plaats gehad hebbende organisatie geene kosten gespaard, om deze c. Belastingen en ongelden. Bij de beschouwing van het cijfer dezer uitgaven moet men in aanmerking nemen, dat de bezittingen der Ge meente in den laatsten tijd zeer afwisselen, en dat bijv., van alles wat afgebroken wordt, de grondlasten moeten betaald worden, behoudens het regt om van die betaling restitutie aan te vragen, liet bedrag der verschuldigde ongelden wisselt ook telken jare af, naar gelang de om slag der sluis- en molengelden hooger of lager moet of kan gesteld worden. b. Kosten van de publieke werken. De hier vermelde kosten beloopen ongeveer f 26,000 meer dan in 1861terwijl bovendien op de onderscheidene artikelen van dit Hoofdstuk nog vele betalingen te doen zijn. Dit was ook blijkens het vorig Verslag het geval, en derhalve mogen de hier vermelde cijfers geenszins tot eenige bepaalde gevolgtrekking leidenwij kunnen ons bovendien onthouden ten dezen opzigte in bijzonder heden te treden, omdat de gelegenheid ons in het vol gende Hoofdstuk geboden wordt om geregeld verslag te doen van al hetgeen aan de Gemeente-eigendommen en werken belangrijks verrigt werd.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1862 | | pagina 38