39 GELDMIDDELEN DER GEMEENTE. Renten van Gemeenteschulden. 1°. 4,690.00 2°. 2,340.00 3°. 3,987.50 Afloopende betalingen. 1,600.00 zien plaats hebbenbij de gedachte aan de groote werken welke uit deze bezitting voor een gedeelte althans nog moeten bestreden worden; maar die schroom mag, onzes inziens, niet te ver leiden en althans het Bestuur niet afhouden van de uitvoering der nuttige en groote werken, waartoe reeds vroeger besloten was en waarmede gelei delijk wordt voortgegaan. Op den 24sten April 1862 werden bij uit- loting de onderstaande zestien nommers van aandeelen in de negotiatie van den Schouw burg, elk groot 100, met den Isten April 1862 aflosbaar gesteld, ten gezamenlijken bedrage van N”. 130, 308, 339, 503, 520, 543, 548, 644, 741, 781, 968, 1034, 1110, 1206, 1220 en 1283. De Gemeente was over 1862 de navolgende renten schuldig Lijfrenten, voortspruitende uit de ne gotiation van 1804 en 1810, ten be hoeve der Gemeente gedaan, en per resto bedragendef De renten van de geldleening, gevestigd op het gebouw van den Schouwburg. - Die der geldleening, gedaan voor den aanbouw van twee vleugels aan de Badinrigting te Scheveningen -

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1862 | | pagina 45