41 1°. Volgn. '101. 102. 103. 104. Wij splitsen als gewoonlijk de Gemeentegebouwen in: van eene nieuwe het eerste jaar harer uitgifte reeds weder gebrekkig zou wezen. De veranderingendaarin noodzakelijk geworden in 1862, voor zoo veel de huizen betreft, zijn: Het wegbreken van de navolgende panden: De huizen in de Frederikstraatgemerkt n°. 98, 100 en 102, en op de lijst bekend onder volgn. 83, 84 en 85. De hooi-en stroomagazijnen, aldaar bekend onder den naam van fouragemagazijnen overgenomen uit den boedel van Haring en Het pakhuis op den hoek van de Gravenstraat, op de lijst geplaatst zonder volgnommer; en 2°. De aankoop der navolgende percelen: Een huis en erf in de Hofpoort, bij het kadaster bekend als sectie F n°. 798. Een stal en erf, kadastraal bekend als sectie F, n°. 799. Een pothuis met mestput en erf, be kend als sectie F, n°. 800; en Een pakhuis met erf, bij het kadaster bekend als sectie F, n°. 801. In de onzekerheid wanneer de vorenstaande percelen, die aangekocht zijn voor den aanleg straatleidende van het Buitenhof door het Kettingstraatje naar de Veenestraatten dien einde zullen afgebroken worden, daar sommige nog verhuurd zijn, hebben wij gemeend ze op de lijst der eigendommen te moeten brengen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1862 | | pagina 47