49 de Gemeente bij den afstand van de kazerngebouwen ten gebruike aan het Rijk voor zich heeft behouden. De ingezetenen trokken van de Gemeentegronden geene bijzondere inkomsten. Aan bet onderhoud der straten en pleinen werd ook dit jaar weder veel zorg gewijd en wij durven zeggen, dat de plaats gehad hebbende verstratingen aanzienlijk zijn; toch werd er voor de behoefte niet genoeg gedaan, en moest nog veel onverbeterd blijven wat dringend om verbetering riep, daar wij, even als in het vorig jaar, steeds gebrek hadden aan gebakken straatsteen en keijen. De hooge prijzen, welke voor gebakken steen bedongen werden, maakte dat men aan de ovens minder geneigd was om naar belmoren te sorteren en evenmin om zich voor het leveren van voldoende hoeveelheden te verbin den, zoodat wij verpligt waren de aankoopen voor de Gemeente aan verschillende ovens te doen en dus steen van ongelijke hardheid in hetzelfde werk te gebruiken, waaronder het werk altijd moet lijden. De keijen waren even moeijelijk te bekomen, ten zij men in de behakte soorten viel, waarvan in de carrières tegenwoordig het meeste werk wordt gemaakt, omdat daarvoor de hoogste prijzen zijn te bedingendie soort is evenwel te kostbaar en uit dien hoofde heeft men zich beholpen met de gewone keijen, die tegenwoordig betrekkelijk duur en moeijelijk verkrijgbaar en dan nog ongelijk van afmeting zijn. Wij vreezen dan ook, dat men ten slotte zal moeten overgaan om gebruik te maken van de thans in Frank rijk en België bijna uitsluitend gebezigde Gubus-Quenast- keijen, die althans nog deugdzaam zijn in verhouding tot den prijs dien er voor betaald moet worden, C. STRATEN EN PLEINEN. 4

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1862 | | pagina 55