66
46
70
14
21
60
91
151
I
Op den 1sten January 1862 waren in
het gesticht in behandeling
en gedurende het jaar 1862 werden
daarin ter verpleging opgenomen
zoodat in 1862 in het geheel aldaar
verpleegd werden
en dus een getal van
patiënten.
er alleen op behoeven te wijzen, dat het jaar 1862 aan
ving met 97 en eindigde met 78 verpleegden, en meer
bepaaldelijk, dat in de eerste afdeeling het jaar begon met
62 en sloot met 44 zieken. De statistieke opgaven ten
aanzien der verpleging zijn vervat in den staat, als Bij
lage K achter het Verslag gevoegd, en ingerigt naar het
voorschrift van den Commissaris des Konings in deze
Provincie van den 1 sten Maart 1859, A, n°. 1755 (2de Afd.).
Volgens de berigten, ons door de welwillendheid van
Heeren Regenten van het geneeskundig gesticht voor
krankzinnigen, het tweede der genoemde gestichten, ver
strekt, waren de uitkomsten der behandeling in den loop
van dit jaar vrij bevredigend en beter dan in het voor
gaande jaar, alhoewel Regenten op nieuw meenden te
moeten doen uitkomen, dat de meeste lijders, die ook nu
werden opgenomen, zeer weinig vooruitzigt op herstel
opleverden. De goede inrigting van dat gestichtde zorg
vuldige behandeling, welke de verpleegden aldaar genieten,
en de geneeskundige hulp, die hun geboden wordt, zijn
middelen die op eene gelukkige uitkomst mogen doen
hopen, al wordt die hoop dan ook meermalen niet ver
wezenlijkt.
Vrouwen.
Mannen.