73 b. c. f 500, wijlen den Heer bij besluit van den 24sten January 1862, n°. 55, aan de Godsdienstige Israëlitische Armenschool een van ƒ200, almede vermaakt door gemelden Heer Roos; bij besluit van den 17den February 1862, n°. 61: a. aan het R. C. Parochiaal Armbestuur te ’s Graven hoge een legaat van 200, almede vermaakt door den Heer A. S. Roos aan den Hoofdraad der Vereeniging van den II. Vin- centius van Paulo een groot f 1000van wijlen Vrouwe Richarda Elizabeth Berntz laatstelijk weduwe van den lieer Nikolaus van Griensven; aan het Bestuur der Liduina-Vrouwen-Vereeniging van de II. Elisabeth een legaat van 500, van wijlen dezelfde Vrouween d. aan het Nederlandsch Israëlitisch Armbestuur al hier een legaat van 500, van A. S. Roos bij besluit van den 17den Maart 1862, n°. 72, aan den Hoofdraad der Vereeniging van den II. Vincenlius van Paulo voor een legaat, groot ƒ500, van wijlen den Heer L. F. van Kleef bij besluit van den 30sten Maart 1862, n°. 14: bij besluit van den 23sten January 1862, n°. 43, aan Parnassijns der Nederlandsche Israëlitische Hoofdsynagoge a. van een legaat van 200ten behoeve van de Hoogduitsche Israëlitische Gemeente voor het Nev Tamid, en b. van een legaat van 10,000, 21 pCt. Ned. Werk. Schuldten behoeve van de Hoogduitsche Israëlitische Hoofdsynagoge almede van wijlen den Heer A. S. Roos

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1862 | | pagina 79