81 en minder goede genoegen den bloei dier inrigting en de deugdelijkheid van het onderwijs, hetwelk aldaar gegeven wordt, hebben opgemerkt. Wij gelooven niet te veel te zeggenwan neer wij als onze meening uitsprekendat aan de Com missie door hare verstandige leiding, een groot deel van die gunstige uitkomsten mag worden dank geweten. De alhier bestaande zwemschool, die volgens het vorig Verslag voor den tijd van een jaar aan het Rijk ten ge- bruike werd afgestaan, op denzelfden voet waarop het Rijk de kazerngebouwen had overgenomen, is op nieuw voor een jaar op gelijke wijze ten gebruike gegeven omdat men nog geene plaats weet aan te wijzen, alwaar zonder bezwaar eene goede zwemschool zou zijn daarte- stellen en het inmiddels wenschelijk is, de bestaande zoo veel mogelijk.in waarde te houden. Het schijnt evenwel dat men daarin niet gelukkig slaagtten minste te oordeelen naar het getal der leerlingen, dat in 1861 bedroeg 68 en in dit jaar niet meer dan 50gaat deze school niet vooruit en de oorzaak daarvan is nergens anders te zoeken dan in de ongunstige ligging locale inrigting, want de uitkomsten van het onderwijs waren weder zeer gunstig, zoodat dertig van de vijftig leerlingen goed konden zwemmen en nog een tiental bovendien zonder behulp van hengel of lijnen te water kon gaan. liet doet ons leed voor alsnog geen betere toekomst aan deze zaak te kunnen voorspellenofschoon wij durven verklarendat zij ons zeer ter harte gaat en dat door ons niet zal verzuimd worden om de eerste gelegenheid de beste aantegrijpendie tot verbetering in deze leiden kan. Van de Commissie over de Stadsrijschool hebben wij meer verblijdende berigten over die school ontvangen dan in het vorig jaar. Volgens hare verklaring bevindt deze inrigting zich in een zeer goeden staat en neemt zij in 6

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1862 | | pagina 87