83
Het personeel bestond derhalve op den 34 sten Decem
ber 1862 uit 35 jongens en 21 meisjes, en dus uit 56
minderjarige idioten in de twee afdeelingen der inrigting
gezamenlijk.
De hoofddirectie heeft ons in staat gesteld om, behalve
deze statistieke opgaven, ook nog te kunnen mededeelen,
dat van de 10 idioten, die gesticht of school verlaten
hebben, slechts één ontslagen is als niet verbeterd en
uit dien hoofde overgebragt naar het krankzinnigengesticht
te Rotterdam; de overigen konden tot de gewone school
overgaan of welvoor zoo verre ze ouder warentot het
ouderlijke huis terugkeeren of aanvangen met het leeren
van een ambacht; de zielstoestand dezer jongelieden was
zoo veel verbeterd, dat zij daarvoor vatbaar waren ge
worden. Een der verpleegden overleed aan tering.
Wij gelooven dat de verkregen uitkomsten van de ver
pleging en het onderwijs in dit gesticht zeer gunstig en
hoogst weldadig mogen genoemd worden, en verblijden
ons dat de directie zoodanige goede vruchten plukt van
de door haar aangewende zorgen en bemoeijenissen.
De ongelijkheid van het aantal jongens voor de 2de en
1ste klassen van het gesticht vordert de vergrooting der
localen voor de 2de klassewaartoe de directie eene
bijdrage van de Provincie heeft gevraagd en bekomen,
terwijl zij de verdere kosten uit de bijdragen van wel-
denkenden hoopt te kunnen bestrijden. De voorgenomen
uitbouwing heeft evenwel dit jaar door toevallige omstan
digheden niet kunnen plaats hebben.
De voor rekening der Gemeente aldaar verpleegde idioot
W. G. v. Breugel is als lijdende aan epilepsie ontslagen
en in zijne plaats werd in het gesticht opgenomen E. J.
Solleveld, bij wien de ontwikkeling der zielsvermogens
vrij voorspoedig gaat. Hetzelfde zou welligt ook kunnen
vermeld worden van A. Maas, almede voor rekening der