102
de directie voordeelen te kunnen afwerpen. De HeerJahn
heeft zich daartoe overigens moeite genoeg gegeven, en
wij kunnen ten minste vermelden, dat niettegenstaande
den drukwaarin hij verkeerdedoor hem met veel inspan
ning zijn opgevoerd de opéra’s: l' enlèvement au Sérail van
Mozart en la Reine de Saba van Gounod. De zorg aan
die opvoeringen besteed werd evenwel niet beloond door
eene evenredige belangstelling, en juist dat gebrek aan
belangstelling vorderde naar des Raads meening het eigen
beheer van het Fransche tooneel.
Krachtens het bovenvermelde Raadsbesluit werd in het
laatst van Mei met de verbouwing van den Schouwburg
een aanvang gemaakt, nadat reeds vooraf de loods voor
berging van décors in den tuin gebouwd was. Van deze
verbouwing hadden wij reeds vroeger gelegenheid te
spreken, en wij bepalen ons dus hier bij de vermelding,
dat zij binnen den gestelden, tijd afgeloopen was en de
voorstellingen op Woensdag den 28sten October 1863 kon
den begonnen worden.
De Commissie voor de exploitatie van het Fransche
tooneel, waarvoor de Raad dezelfde Heeren heeft uitge-
noodigd, die de Commissie voor het onderzoek naar den
toestand van het tooneel hadden uilgemaakt, heeft als
Directeur-Gérant benoemd de Heer A. Carpier, vroeger
Directeur van de théaters te Bordeaux en Toulon, en onder
diens beheer is het tooneelgezelschap voor grand-opéra,
opéra-comiquevaudeville en comédie accessoire zamen-
gesteld.
Wij zouden het ongepast achten, hier een oordeel over
die zamenstelling te vellenmaar wat wij wel mogen doen
is te betuigen, dat het ensemble van de voorstellingen
over het algemeen zeer goed is en dat er bij dit gezel
schap veel wordt gewerkt. Danken wij dit aan eenige
goede talenten die aan ons tooneel verbonden zijn, aan