den alstoen verpleegd 50 mannen, G7 vrouwen, totaal 117.
Voor zoo veel hier bekend is, zijn in den loop van
het jaar 1863 geene personen als landverhuizers uit deze
Gemeente vertrokken.
En hiermede aan het voorschrift des Verslags voldaan
zijnde, voegen wij als gewoonlijk hierbij de navolgende
staten, als:
van den maandelijkschen loop der bevolking (Bijlage A)
van de verdeeling der sterfte naar den burgerlijken staat
en den ouderdom (Bijlage B);
van de bevolking naar de onderscheiden godsdienstige
gezindhedenvoor de zeven eerste afdeelingen gezamen
lijk, en voor de achtste afdeeling {Scheveningen)als
kerkelijk gescheiden, afzonderlijk genomen (Bijlage C);
van de door de overledenen uitgeoefende beroepen (Bijl. D
van de oorzaken van het overlijden (Bijlage E).
De Commissie van Plaatselijk Geneeskundig Toevoorzigt
heeft, door het bijhouden eener geregelde Statistiek, ons
welwillend in de gelegenheid gesteld tot het verstrekken
der twee laatstgemelde Bijlagen.
Mogten wij wijzen op de belangrijke toeneming van
het cijfer der bevolking, een natuurlijk gevolg daarvan
is de uitbreiding der Gemeente en de steeds voortgaande
aanbouw van woningen, zoodat, volgens de daarvan be
staande registers, het aantal genommerde percelen, dat
in het vorig jaar 12,723 bedroeg, nu reeds is gestegen
tot 13,310, en dus met 587 is toegenomen. De aanleg
van nieuwe straten en hofjes zal in het 5de Hoofdstuk
nader worden vermeld, en wij voegen hier alleen het
berigt bij, dat in 1863 geene namen aan nieuwe straten
of buurten werden gegeven, maar dat daarentegen ge
zorgd is, dat aan onderscheiden nieuw gebouwde hofjes
namen gegeven cn op eene in het oog vallende plaats
kenbaar gemaakt zijn.
li.