124
om bij brand hulp te doen verleenen door middel zijner
brandspuit, bediend door zijne werklieden.
Niettegenstaande de uitbreiding, welke de bebouwde
kom der Gemeente in de laatste jaren heeft ondergaan, zijn
wij van meening dat het getal der voorhanden en beschik
bare brandspuiten voor het verleenen van hulp voldoende
is en wij durven daarop te meer vertrouwen, omdat bij
de gehouden proefnemingen in den afgeloopen zomer is
geblekendat het materieel der brandspuiten in een
zeer goeden toestand verkeert en de verleende hulp bij
de na te melden branden de overtuiging heeft geschon
ken, dat het personeel van onze spuiten naar eisch is
zamengesteld en dat wij op de ons van verschillende
zijden aangeboden ondersteuning ten volle vertrouwen
mogen. Wij zien daarom niet voorbij de verbeteringen,
welke er in den laatsten tijd aan de brandspuiten zijn
aangebragt en de vorderingen welke op dal gebied
hebben plaats gehadmaar tot het doen van voorstellen
ten dien aanzien behoeven wij nog kennis te nemen van
eene in 1864 te Middelburg te houden tentoonstelling en
wedstrijd met brandspuiten, ten einde na te gaan, of
eene verandering van stelsel inderdaad groote voordeelen
aanbiedt en voor deze Gemeente gevorderd wordt.
Inmiddels is in 1863 weder een onzer brandspuiten,
n°. 1voorzien van geklonken lederen slangenover
welke verbetering de Opperbrandmeester steeds de beste
getuigenissen geeft.
De brandputten, welke achtereenvolgens zijn gelegd in
de Parkstraat, op den Lutherschen Burgwal, op de Pavil-
joensgrachtop het Spui en bij de Heerenstraatvoldoen
blijkens de daarmede van tijd tot tijd genomen proeven,
zeer goed en wij gelooven dat zij, ingeval van brand,
uitnemend in de behoefte van water zullen voorzien.
In het afgeloopen jaar hadden in onze Gemeente vijftien
branden plaats, als: