I 127 Heeren J. Mouton Zoon met eene handbrand- spuit is gebluscht gewordentegenwoordig waren verder de spuiten n°. 3 en 2. De brandenwelke onder de opgenoemde van eenig aanbelang zijn geweest, waren die in de Casuariestraat op den 25sten Februaryin de Teeken-Academie op den 27sten Maart, en die in de levertraanfabriek op den 6den Aprilde overige waren gelukkig hoogst on beduidend. Omtrent den staat der verlichting bij nacht, gelooven wij te kunnen mededeelendat die voldoende wasofschoon van tijd tot tijd klagten werden gehoord over de mindere hoedanigheid van het gaslicht en over mindere capaciteit; die klagten hebben ons aanleiding gegeven om aan drie deskundigen een onderzoek op te dragen naar de moge lijkheid, om de hoedanigheid en vooral de capaciteit van het gaslicht op eene afdoende wijze te constateren; het rapport van die Heeren wordt door ons tegemoet gezien. Ten aanzien der verlichting van Scheveningen met gas herinneren wij aan het Raadsbesluit van den 17den Maart 1863, waarbij bepaald werd dat de Gemeentegebouwen te Scheveningen voortaan met gas zouden verlicht wordenten welken einde de pijpen door de administratie zijn gelegd. Bij de behandeling der Begrooting voor 1864 is tevens besloten, ook de openbare straten en den Scheveningschen weg met gas te verlichten, zoodat wij ons voorstellen, dat het volgend Verslag daaromtrent volledig zal kunnen berigten. De rampen of ongelukken, welke in het vorig jaar plaats hadden en vermelding verdienen, zijn de volgende:' Op den 14den Maart kantelde eene met marmeren platen geladen schuit in het water van den Zuidoostcingelten gevolge waarvan Willem van Drassel onder of tusschen

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1863 | | pagina 133