131 van den landbouw in het afgeloopen jaar over het algemeen goed zijn geweest. In de koop- en huurwaarde der landen is geene noemens- waardige verandering gekomen. Het getal en de werkkring der Maatschappijen en Ge nootschappen tot bevordering van den landbouw zijn dezelfde gebleven, en daaruit ontlecnen wij de vrijheid ten dien aanzien te verwijzen naar vorige Verslagen. De ’s Gravenhaagsche Afdeeling der Hollandsche Maat schappij van Landbouw, aan welker bereidwilligheid wij deze opgaven te danken hebben, telde in het vorig jaar 1025 leden en schijnt dus eenigermate te zijn achteruit gegaan, hetwelk evenwel geene verwondering behoeft op- tewekken, aangezien het jaar 1862 een groot aantal leden zag toetreden ter gelegenheid der gehouden tentoonstel ling, van welke velen de Maatschappij gewoonlijk weder spoedig verlaten. De vergaderingen van deze Afdeeling waren o. a. gewijd aan de bespreking van verschillende onderwerpen, den land- en tuinbouw betreffende, en wij houden ons over tuigd dat de wisseling van gevoelen over die onderwer pen voorzeker hare nuttigheid zal hebben gehad. Volgens het berigt van het Afdeelingsbestuur beant woordde de van wege de Afdeeling in de maand April gehouden tentoonstelling van bloembouquetten volkomen aan de verwachting, en met die meening kunnen wij ons zeer goed vereenigen. Invoer van nieuwe gewassenwerktuigen en veerassen heeft hier evenmin plaats gehad als de toepassing van nieuwe uitvindingen, terwijl wij kunnen berigten, dat onze Gemeente bewaard bleef voor misgewas en verlies van oogsten door onweder, hagel, vorst, overstroomingen en dergelijke verschijnselen, en ook geen hinder heeft geluul van schadelijke dieren.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1863 | | pagina 137