133 wezen, zich onledig houdt; wanneer evenwel groote ver anderingen vereischt worden, zal daaromtrent vooraf des Raads goedkeuring worden gevraagd. De verder verlangde opgaaf in bundertallen van op gaand hout, eiken- en ander hakhout, dennenbosschen en rijswaarden kan moeijelijk worden verstrekt en die der reeds verdeelde en nog te verdeelen marken en Ge meentegronden komt voor deze Gemeente niet in aan merking. Met de ontginning van duingrond wordt steeds voort gegaan, doch zoo langzaam, dat het niet mogelijk zijn zou telken jare optegeven hoe veel bouwland er aange wonnen is, maar de toenemende opbrengsten der ver pachtingen van bouwland leveren het bewijsdat gedurig nieuwe stukken worden bij gevoegd. De oorzaak, waardoor die ontgraving niet spoediger voortgaat, is, dat de afzanderij aan het einde van het Kanaal in de laatste jaren grootendeels heeft gestrekt tot het voltooijen van dat Kanaal. Ook nog in 1863 werd het wederzoo als in Hoofdstuk V vermeld werdover eene lengte van 220 ellen bij de losplaats zeven ellen verbreed. Bovendien werd het nog verlengd met 53.5 strekkende ellen, terwijl de kanalen van de afzanderij zelve verlengd werden met 88 ellen. De proef met het beplanten der duingronden met den nenhout, waarvan in het vorig Verslag werd gewaagd, is grootendeels mislukt, waarschijnlijk ten gevolge van het onvoldoende van het gebezigde zaad; wij zijn daarom voornemens de proef te herhalen en hopen daarvan een beteren uitslag in het volgend jaar te kunnen mededeelen. In afwachting van iets beters wordt helmbeplanting als een afdoend middel tegen zandverstuivingen gebezigd en dat werd, onder anderen, in 1863 toegepast op eene

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1863 | | pagina 139