135 HOOFDSTUK Kill. Verveening, Jagt en Visscherij. a. Hieromtrent valt in onze Gemeente, die geene gronden tot verveening bestemd bevat, niets te berigten. Ook ten aanzien van dit onderwerp biedt deze Gemeente niet veel ter behandeling aan; het jagtveld is alhier on beduidend en van geringen omvang; voor zoo verre ons bekend is was de staat van het voor de jagt geschikte terrein evenwel dit jaar niet ongunstig. Het voorschrift des Verslags verlangt overigens eene opgave van het getal eigen- en huurjagten, waaromtrent wij alleen kunnen vermelden, dat het jagtveld grooten- deels behoort tot de gereserveerde jagt van Z. M. den Koning. Omtrent eendvogelkooijenduiventillenzwanen- en ganzendriftendie hier niet gevonden wordenhebben wij derhalve geenszins te berigten, terwijl ten opzigte van den staat van het schadelijk gedierte en het getal gedood schadelijk gedierte door ons moet worden her haald wat wij daaromtrent reeds meermalen mededeelden dat de opheffing der premiën voor het afmaken van scha delijk gedierte de gelegenheid heeft benomen hierover eenige berigten te kunnen geven. Even als vroeger werd het toezigt op de jagt uitge oefend door de daarmede belaste jagtopzienersdat toezigt lietvoor zoo veel wij wetenweinig te wenschen over. Jagt- en vischacten werden in den loop van 1863 aan gevraagd en verkregen door 139 ingezetenen dezer Ge meente hetwelk eene onbeduidende vermindering aan- VERVEENING. i b. JAGT.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1863 | | pagina 141