137 in vooruitgang geen gelijken tred te houden met de aan wassende bevolking en de daardoor toenemende behoefte van Scheveningenen hoewel wij niet ontkennen mo gen, dat die beschouwingen ons voorkomen eenigzins te bezwarend te zijn, omdat voorbijgezien wordt, dat er voor het oogenblik omstandigheden bestaandie den prijs dei’ opbrengsten van de visscherij tijdelijk drukken, wij bevelen de kennisneming van dit gedeelte van het verslag bij uitnemendheid iederen belangstellende aan, en ver- eenigen ons met de hoop, dat de aangeheven klagten leiden zullen tot eene spoedige oplossing van het vraag stuk der Zeehaven te Scheveningen, waarvan de bloei der visscherij van Scheveningen ook volgens het gevoelen der Kamer van Koophandel afhankelijk is. Staat met dien bloei ook naar onze meening de wel vaart van Scheveningen in een onmiddelijk verbandomdat zij de voornaamste tak is van het bestaan der ingezetenen van die wijk onzer Gemeente, wij kunnen daarom niet geheel instemmen met de Kamerdat de ontwikkeling van Scheveningen als Zeebadplaats eene zaak zou zijn van geringe beteekenisdie berekend mag worden naar de op brengst van het Badhuis. Al zijn de directe voordeelen, aan die ontwikkeling verbonden, niet zoo met cijfers aan te geven, uit het verblijf van vele badbezoekershet tijdelijk aanwezig zijn van een groot aantal vreemde lingen en het voortdurend bezoek van ontelbare stad- genooten, uit dat alles moeten voor de bewoners van Scheveningen ongetwijfeld vele inkomsten voortvloei- jen, die, omdat ze slechts gedurende vier maanden genoten wordenmisschien geen middel van bestaan opleveren, maar toch tot het levensonderhoud van velen bijdragen. Wij willen daarom evenwel de belangen der visscherij niet voorbij zien en zullen gaarne de hand leenen tot alles

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1863 | | pagina 143