die reden gemeend den bestuurder en den bestuurder-plaatsvervanger
te moeten kiezen. Wij oordeelden, dat bij den aan vang der nieuwe
inrigting de bestuurdersplaats moest worden opgedragen aan een
leeraar, die het onderwijs der klasse A tot aan het einde kon
volgen en bewakenwij droegen u daartoe Dr. L. E. Beijnen
voormaar de veeljarige en erkende verdiensten van den Heer
J. H. van Sillevoidt gaven ons in onze oogen het regt van de
vergunning, ons bij art. 49 der Verordening gegeven, gebruik te
maken en dien leeraar met het bijzonder beheer der tweede af
deeling te belasten.
De instructiën voor beiden hebben bij ons het onderwerp van
langdurige, zelfs levendige beraadslagingen uitgemaakt. Wij hebben
de eer ze aan UEd. Achtb. hierbij in afschrift over te leggen, zoo
als die door Burgemeester en Wethouders zijn goedgekeurd. Wij
hebben in die instructiën zooveel mogelijk de cenhoofdigheidwelke
wij tot grondslag aannamen, in overeenstemming trachten te bren
gen met de regtenwelke zoo aan den bestuurder als aan den
bestuurderplaatsvervanger in het beheer elk van zijne afdeeling
toekwamen maar voorzeker beider gezag tegenover de leeraars van
elks afdeeling ten strengste trachten te handhaven. Eene bijzon
derheid omdat zij nieuw isvereischt in de instructie van den
bestuurder eene bijzondere -toelichtinghet zijn de maandstaten
omschreven in art. 13 tot 16. Vele redenen gaven tot de invoe
ring van dit stelsel ons aanleiding. Het was ons geblekendat de
aanteekening van fouten waaronder opteekeningen voor slecht
gedrag, afwezigheid of te laat komen waren opgenomen een slechten
maatstaf opleverde om het gehalte der leerlingen te beoordeelen.
Met de vorderingen door de leerlingen gedurende den cnrsus zelven
gemaakt, bleven wij onbekend; de blijken van ijver in een bijzon
der vak werden dikwijls ten koste van andere vakken verkregen:
wij voor ons misten alle controle om na te gaanhoe de vorde
ringen der leerlingen in verband stonden met de getrouwe nako
ming van het den leeraren voorgeschreven onderwijs. In een woord
zoowel de eenheid en planmatigheid van het onderwijs, als de taak
ons opgelegd om daarover in bijzonderheden te wakendeden ons
dien maatregel wenschelijk achten. Zij stond met het ingevoerde
vaksysteem in naauw verband, omdat daardoor elk leeraar verpligt