17
Mr. G. B. Emants,
Leden van den Gemeenteraad.
Leden der Vereeniging
ter beoefening der
Geschiedenis van de
Stad 's Gravenhage.
Met uitzondering van den Heer Vrolik, hebben al deze
Heeren de gedane uitnoodiging aangenomen, terwijl later
o
jaren geheel in orde te brengente rangschikken en te
beschrijven. Het rapport, hetwelk wij van zijne werk
zaamheid in het afgeloopen jaar mogten ontvangen, geeft
een zoo juist begrip van hetgeen wij van hem te wach
ten hebben en van hetgeen ons oud Archief is en wor
den zaldat wij ons verpligt hebben geacht het in zijn
geheel achter dit Verslag optenemen, alwaar het voor
komt als Bijlage lett. G. Het zij ons veroorloofd betrek
kelijk deze aangelegenheid te verwijzen naar dat rapport,
waarbij wij alleen dit te voegen hebben, dat wij trach
ten zullen den Heer Hingman in zijne pogingen tot uit
breiding van het oud Archief te ondersteunen, even als
om hem ruimte te bezorgen voor de geregelde plaatsing,
ofschoon wij ten dien opzigte nog niet weten op welke
wijze die ruimte zal te vinden zijn.
Zoo als wij reeds in het vorig Verslag hebben toege
zegd, hebben wij den 1 Oden Maart 1863 eene Commissie
van beheer benoemd over genoemde verzamelingen
daartoe uitgenoodigd de Heeren
Mr. II. Baron Collot d’Escury Wethouderals
Voorzitter.
Mr. II. ,1. Soury,
Dr. A. Vrolik,
VERZAMELING VAN GESCHIED- EN OUDHEIDKUNDIGE
VOORWERPEN TEN RAADHUIZE DER GEMEENTE
’S GRAVENHAGE.
Jhr. J. W. VAN SYPESTEYN,