i beter deel over oude als staatkundige aardrijksbeschrijving, zullen een ontvangen, daar de leeraar zich voorstelt die in zijne lessen de algemeene geschiedenis in te weven. In de vaderlandsche geschiedenis zijn de vorderingen der leer lingen zeer voldoende. Zij leggen zich met ijver en voorliefde op dit vak toe. De geschiedenis onzer staatkundige instellingen be looft voor het toekomende jaar nog vruchtbaarder te zullen zijn wanneer ook hier de leeraar zijne eigen handleiding, die ter perse iszal ten grondslag leggen. De beoefening der vaderlandsche taal en letteren had o. i. vrucht baarder kunnen zijn. Wel wordt de spraakleer in de onderste klassen naauwgezet onderwezen, maar het komt ons voor, dat in de toepas sing op de lectuur onzer schrijversde aandacht der leerlingen te veel op niet essentiële bijzonderheden wordt afgeleid en aan enkele schrij vers eene al te onverdeelde studie wordt toegewijddie het moeije lijk maakt om de leerlingen in den geheelen omvang onzer letter kunde in te wijden of hunnen stijl in alle rigtingen te vormen. Wij kunnen niet anders dan lof over hebben voor de leerlingen en dank voor de leeraars om de vorderingen die wij in het Duitsch en Engelsch hebben opgemerkt. Het onderwijs in die talen vangt thansmet afwijking van hetgeen vroeger plaats had reeds in de onderste klasse aan. De resultaten zijn voortreffelijk. Wat het Fransch betreftde leeraar in het vak kon eerst twee maanden na de opening van den cursus zijne lessen aanvangen. Onbe kend met de behoeften onzer jeugd en den graad hunner ontwikkeling vond de nieuwe onderwijzer bij zijne leerlingen niet die ontvangst welke ook in het belang der schoollucht wenschelijk was. Wij voor ons erkenden in den nieuwen docent een man van onmiskenbare bekwaamheid, die met veel gedweeheid onze teregtwijzingen en opmer kingen ter harte nam maar in zijne vroegere betrekking gewoon aaneengeschakelde lezingen of voordragten voor zijne hoorders te houdenkon hij zich moeijelijk voegen in de vormen van ons klassikaal onderwijs. De vruchten zijn dus hier niet zoo vele en goede als wij ver wacht haddenin allen gevalle heeft zich de invloed des nieuwen leeraars in de uitspraak der taal door de leerlingen op eene gun stige wijze doen gevoelen. Nadere bekendheid met den aard en de behoeften zijner scholieren, zal, bij den goeden wil, waardoor

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1863 | | pagina 242